Het beroep van huisarts transformeert

Kersverse huisarts Madhvi Nazir: “Het beroep van huisarts transformeert; we bevinden ons in overgangsfase”

Het beroep van huisarts staat onder druk. Toch kiest Madhvi Nazir (33) heel bewust voor het vak en ziet zij ook een toekomst als praktijkhouder. Sinds begin april is zij officieel huisarts. Vanuit haar woonplaats Amsterdam neemt zij in de komende periode waar voor huisartsen in West-Friesland. Hoe kijkt zij naar de problematiek?

De druk vormt een gevaar voor de huisarts zoals we die van oudsher kennen, maar ik zie het veel liever als uitdaging die tot een transformatie leidt. Ik ben huisarts geworden in een soort overgangsfase. Om tot een nieuwe vorm te komen die in de huidige maatschappij voor zowel de huisartsen als de patiënten werkt, moeten we omvormen. En dat begint al bij het onderwijs. Zo vroeg mogelijk, al tijdens de opleiding geneeskunde, moet een eerlijk beeld van het vak worden geschetst. Het praktijkhouderschap verdient daarbij ook de aandacht. Vaak is hier pas aan het einde van de huisartsenopleiding ruimte voor. Ik vind dat een gemiste kans. Je moet studenten vroeg prikkelen en kennis laten maken met alle facetten van het vak.

Wat is de rol van de huisarts volgens jou?

Huisartsen vormen een heterogene groep. Dat is onze kracht, maar geeft soms ook onduidelijkheid. In de basis zijn we er voor patiëntenzorg, maar mensen komen vaak met niet-medische, meer maatschappelijke problemen bij ons. Daar zijn wij niet voor, maar dat luisterende oor bieden we wel en we willen doorverwijzen naar de juiste plek. Maar de wegen naar andere hulplijnen zijn niet altijd even duidelijk. Dat mag scherper.

Wat zijn volgens jou de belangrijkste uitdagingen?

Naast de rol van het onderwijs mag goed gekeken worden naar de ondersteuning die de huisarts nodig heeft. Enkele belangrijke punten zijn:

  • Administratieve taken

Als huisarts en zeker als praktijkhouder moet je veel registreren en openbaar maken richting instanties. Ik denk dat dat vaker voortkomt uit achterdocht dan zorgvuldigheid. Om alles in te dekken. Want stel je voor dat je aansprakelijk gesteld wordt als er iets misgaat met een patiënt of dat je bepaalde zaken niet goed kan verantwoorden naar de zorgverzekeraar. In het geval van patiëntenzorg is kwaliteit en zorgvuldigheid veel belangrijker, maar het lijkt er soms op dat administratie zwaarder weegt.

Regelmatig wordt iets nieuws bedacht, wat naar mijn mening als onnodig aanvoelt.     Als startende huisarts krijg ik jeuk van de Wtza (Wet toetreding zorgaanbieders). Een nieuwe wet waar we ons voor moeten aanmelden als zorgaanbieder, terwijl we al bij het BIG register en RGS ingeschreven staan.

  • Moeizaam contact met de gemeente

Tijdens de huisartsenopleiding probeerde ik meermaals contact te leggen met de gemeente waarin de praktijk gevestigd was, maar ik liep steeds tegen een muur aan. Het gaat over te veel schijven en niemand leek zich verantwoordelijk te voelen voor het beantwoorden van mijn vragen.

  • Huisvesting praktijken

Ik wil wel graag praktijkhouder worden, maar wat koop ik dan? Huisvesting dient ook te worden gewaarborgd door de gemeente, maar daar staan ze onvoldoende bij stil. Als er een nieuwe wijk wordt gebouwd, hoort er ook ruimte voor een huisartsenpraktijk bij. De nieuwe bewoners kunnen niet allemaal terecht bij de bestaande huisartsen.

Bestaande panden zijn vaak te klein; door de jaren heen zijn er steeds meer medewerkers bij gekomen. En als er al een goed pand beschikbaar is, dan zijn de huur-/onderhoudskosten vaak disproportioneel. Ik wil eigenaar zijn van een pand of een eerlijke huurprijs, daar is geen bescherming voor.

De nieuwe generatie huisartsen wil minder werken, klopt dat?

Dat is niet zo zwart-wit. We willen een goede balans tussen werk en privé, maar dat was vroeger ook al zo. Alleen ziet het werk er tegenwoordig inhoudelijk anders uit. De zorgvraag is complexer dan vroeger, je hebt met veel meer disciplines te maken, de maatschappij en de patiënten zijn veranderd. Hierdoor is ook het werk complexer. Vroeger was de huisarts vooral bezig met patiëntenzorg, tegenwoordig zijn we ook manager vanwege grotere teams en ondernemer die de praktijk langdurig draaiende moet houden. Door de gejaagdheid van in deze tijd en de veranderde zorgvraag is het ondoenlijk dezelfde uren te draaien als vroeger. Daarom willen veel toekomstige, jonge huisartsen liever in loondienst werken of met meerdere collega’s (duo dan wel maatschap). Het fijne daarvan is dat je de zorg samen waarborgt. Als je ziet door hoeveel hoepels we moeten springen naast de daadwerkelijke patiëntenzorg, dan is dat heel begrijpelijk.

Waarom kies jij wél voor het praktijkhouderschap?

Dat je de patiënten kent vind ik het mooiste aan het vak. Dat werkt het beste vanuit een plek waar je langdurig werkt. En het past bij mijn persoonlijkheid om dat in de toekomst vanuit een eigen praktijk te doen. Ik ben in de eerste plaats huisarts, maar schuw het ondernemerschap niet. Als praktijkhouder kan ik beter de regie houden en van daaruit samen werken met andere organisaties. De huisarts als solist is over 5-10 jaar een zeldzaamheid. We zullen meer in groepen (Hoed) werken en goed moeten kijken welke taken we als huisarts bij ons houden of uitbesteden.

De huisartsenzorg transformeert, daar ontkomen we niet aan. Dat is niet per definitie slecht, het is anders. Net als de uitdagingen, zijn de oplossingen multifactorieel. Daar kunnen we alleen in samenwerking met onderwijs, gemeenten, politiek en elkaar zorg voor dragen.

Lees hier het interview met huisarts René Kant uit Andijk over dit onderwerp.

Bijeenkomst 31 mei: ‘Heeft u straks nog een huisarts?’

ZZWW onderschrijft de problematiek rondom de toekomst van de huisarts en organiseert op 31 mei in Theater Het Postkantoor in Bovenkarspel een bijeenkomst over dit onderwerp. Met sprekers vanuit de Zorgkoepel West-Friesland, de zorgverzekeraar en de gemeente. Gratis toegankelijk voor iedereen. Praat u mee?

Klik hier om u aan te melden

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Huisartsenpraktijken staan op omvallen

Huisarts René Kant: "Over 10 jaar bestaat de huisarts zoals wij die van oudsher kennen niet meer”

Maatschappelijke ontwikkelingen bedreigen het voortbestaan van de huisarts in eigen buurt. De samenleving vergrijst waardoor de zorgvraag toeneemt en steeds minder jongeren ambiëren het vak van huisarts, laat staan dat zij nog kiezen voor het praktijkhouderschap. Stichting Zorg Zoals de Westfries het Wil sprak erover met René Kant (56), huisarts in Andijk en bestuurslid van de Westfriese Huisartsenorganisatie

Hij maakt zich zorgen. De toekomst voor huisartsen ziet er weinig rooskleurig uit. En dat heeft grote gevolgen voor de zorg die zij leveren.

Welke oorzaken kunnen leiden tot het verdwijnen van de huisarts?

De samenleving vergrijst waardoor de zorgvraag toeneemt. Dat vraagt om meer huisartsen, maar ook zij vergrijzen. Veel huisartsen gaan de komende 10 jaar met pensioen en de overblijvers zijn overbelast. Het is lastig om voldoende nieuwe huisartsen te vinden. De nieuwe generatie heeft andere wensen. De vraag naar huisartsenzorg is groter dan het aanbod en het gat daartussen groeit. Dat is zorgelijk.

Wat maakt de wensen van jongeren zo anders?

De maatschappij verandert en daarmee ook de wensen. Waar je vroeger vaak een baan voor het leven koos, is jobhoppen tegenwoordig meer regel dan uitzondering. Jongeren kiezen nog wel voor het vak van huisarts, maar willen in deeltijd werken waardoor er alsnog een te kort ontstaat. Ze wensen meer vrijheid als ook vrije tijd. Als ze al huisarts willen worden dan het liefste in loondienst of als waarnemer in verschillende praktijken. Zo kunnen ze makkelijker hun eigen tijd indelen. Ze zijn niet graag verbonden aan een praktijk, laat staan dat ze praktijkhouder willen zijn. Want dan ben je ook verantwoordelijk voor de diensten, de huisvesting, indelen van de ruimte, medewerkers en alle papieren rompslomp.

Ook kiezen veel studenten geneeskunde liever voor een functie als specialist bij een ziekenhuis. Dat lijkt dynamischer dan huisarts, maar het tegendeel is waar. Wij zijn niet de ‘simpele Henkies’ maar moeten overal van af weten en veel op gevoel handelen, in nauw contact met de patiënt. Dat maakt ons vak gevarieerd en uitdagend. Het onderwijs zou dat meer mogen promoten.

Meer vrijheid en vrije tijd, deelt u deze visie?

Deels wel. De huisarts van vroeger werkte 70 tot 80 uur in de week. Dat is zwaar. Tegenwoordig is dat al anders; omdat ik de praktijk deel met een compagnon werk ik 40 uur en dat is voor een huisarts parttime te noemen. Minder gaat niet als je verantwoordelijk bent voor de praktijk en het team. Bovendien zijn er steeds meer zorgtaken op het bord van de huisarts komen te liggen. Denk aan regelmatige checks van mensen met diabetes of hartklachten, vaccinaties en psychische hulp van de praktijkondersteuner. Dat vraagt veel extra tijd. Dat gaat dan nog om directe zorg voor mensen. Ook overheidsinstanties vragen steeds meer van ons. Openbare jaarverslagen, rapportages met gegevens van personeel etc. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) stelt dat er minder regels moeten komen, maar vooralsnog merken wij daar niets van. Vrijheid van werken wordt behoorlijk ingeperkt en daar zit de nieuwe generatie niet op te wachten.

De dokter als vliegende keep, welke gevolgen heeft dat voor de zorg?

Waarnemend huisartsen blijven altijd nodig, dan kan een huisarts ook eens op vakantie. Maar alleen waarnemen in deeltijd gaat ten koste van de verbondenheid met de regio en de betrokkenheid bij de patiënt. Als huisarts ben je ook vertrouwenspersoon. Die vertrouwensband krijg je alleen als je letterlijk en figuurlijk dicht bij de mensen staat; in een praktijk in de buurt en als vertrouwd gezicht. Die band gaat verloren als er een te kort aan huisartsen is en praktijken moeten sluiten.

Hoe is het momenteel met de huisartspraktijken gesteld?

In Westfriesland en de Wieringermeer zijn zo’n 60 praktijken en 110 huisartsen. Dat lijkt veel, maar de bedreiging voor de toekomst is ernstig. Er vallen overal gaten; hier in de regio staan zo’n 5 a 6 prakijken op omvallen. Huisartsen zijn overbelast en er zijn nauwelijks waarnemers en opvolgers te vinden.  Door de groei van taken is er behoefte aan personeel en werkruimte. Ook doktersassistenten en praktijkondersteuners zijn nodig om alle zorg te kunnen bieden. Zij hebben een plek nodig en steeds vaker is het huidige bedrijfspand te klein en toe aan renovatie. Gemeentes moeten huisvesting faciliteren en blijven daarin achter. De noodzaak wordt onvoldoende onderkend. Verzekeraars en gemeenten moeten verantwoording nemen, huisvesting organiseren en het praktijkhouderschap weer aantrekkelijk maken. Ook financieel.

Dit is een landelijk probleem, welke regionale ontwikkelingen drukken op de schouders van de huisarts?

In Westfriesland ondervinden we dezelfde problematiek als elders in Nederland, maar er zijn ook andere maatschappelijke ontwikkelingen van invloed. Zo hebben we hier te maken met seizoenarbeiders. Veel mensen uit Polen en Bulgarije bijvoorbeeld hebben hier tijdelijk werk. Als zij een huisarts nodig hebben zorgt dat voor piekdrukte. Online weten zij de weg niet, ook door de taalbarrière. In het werkseizoen zijn ze verzekerd, maar zodra het werk ophoudt, stopt ook de verzekering. Dan moeten ze terug naar hun thuisland, maar dat is niet altijd zo simpel.

Ook is er veel verborgen armoede. Tijdelijke contracten maken de toekomst onzeker. Mensen kunnen de kosten van een zorgverzekering nauwelijks dragen en zijn vaak onderverzekerd. Als ze uiteindelijk toch bij de huisarts komen, blijkt de zorgbehoefte complexer en zijn de kosten hoger dan had gehoeven.

Hoe ziet huisartsenzorg er in de toekomst uit?

Je ziet nu al een verschuiving naar digitale middelen. Steeds vaker worden mensen verwezen naar thuisarts.nl en zorgportaal online. Daar zijn antwoorden op eerste zorgvragen te vinden en kun je uitslagen en medicatievoorschriften bekijken. Handig, maar niet voor iedereen. Het ontbreekt veel oudere patiënten aan digitale vaardigheid. Dat kan tot gevaarlijke situaties leiden omdat ze antwoorden verkeerd interpreteren, de klachten niet goed begrijpen of al helemaal niet weten waar ze moeten zijn.

Als je in de toekomst toch persoonlijk contact wenst, zal dat via een videocall zijn of moeten mensen vanuit de dorpen naar gezondheidscentra in een grotere plaats reizen. De wachttijd zal langer zijn en de vraag is nog maar of je de dienstdoende arts wel kent, of hij jou. Goede zorg blijft, de huisarts als vertrouwenspersoon verdwijnt.

Het huisartsenconsult gaat van 10 naar 15 minuten, dat staat toch haaks op deze problematiek?

Ja, dat lijkt niet met elkaar te stroken, maar is wel een goede ontwikkeling. Natuurlijk vraagt het om maatregelen. Enerzijds verwijzen we mensen naar digitale tools zoals thuisarts.nl en de app ‘Moet ik naar de dokter?’ en helpen we waar het kan vaker via een videoconsult en per e-mail. Anderzijds hebben we meer tijd voor patiënten met een meer complexe zorgvraag en kunnen we sneller passende zorg bieden.

Vanuit het IZA akkoord gaat de overgang van 10 naar 15 minuten stapsgewijs. Onze praktijk stroomt in september in. De laatste groep huisartsen in onze regio stroomt in januari 2024 in. Althans, als alle praktijken standhouden, anders is het niet haalbaar en hebben we een groot probleem.

Lees meer:  https://zzww.nl/langer-huisartsenconsult-westfriesland/

Is de teloorgang van de huisarts nog te stoppen?

Daar gaan wij wel voor, maar kunnen wij niet alleen. Dit gaat iedere burger aan en we hebben elkaar nodig om het tij te keren. We moeten een beroep doen op de beleidsmakers en verzekeraars die veel macht hebben. Zij moeten het praktijkhouderschap weer aantrekkelijk maken en eerstelijns zorginstanties beter op elkaar laten aansluiten. Dat voorkomt lange wachttijden.
Veel is ontstaan vanuit een roep om meer regels. Vanuit overheden is er een grote controledwang en achterdocht. Dat zien we in de hele samenleving. Alle risico’s moeten worden uitgebannen. Dat is heel lastig om te draaien. We willen allemaal graag dat het leven maakbaar is, maar niet alles wat kan, moet ook. Zorg is maatwerk en mensenwerk. Daar hoort flexibiliteit, begrip en openheid bij. Als burger ben je óók kiezer. Denk goed na over de stem die je uitbrengt bij zowel landelijke als gemeenteraadsverkiezingen. Ook waar het gaat om de gezondheidszorg. Regionale bijeenkomsten zoals ZZWW initieert geven burgers een mogelijkheid om concreet mee te denken. Laat ook daar je stem horen.

Bijeenkomst 31 mei: ‘Heeft u straks nog een huisarts?’

ZZWW onderschrijft de problematiek rondom de toekomst van de huisarts en organiseert op 31 mei in Theater Het Postkantoor in Bovenkarspel een bijeenkomst over dit onderwerp. Met sprekers vanuit de Zorgkoepel West-Friesland, de zorgverzekeraar en de gemeente. Gratis toegankelijk voor iedereen. Praat u mee?

Klik hier om u aan te melden

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief