Het beroep van huisarts transformeert

Kersverse huisarts Madhvi Nazir: “Het beroep van huisarts transformeert; we bevinden ons in overgangsfase”

Het beroep van huisarts staat onder druk. Toch kiest Madhvi Nazir (33) heel bewust voor het vak en ziet zij ook een toekomst als praktijkhouder. Sinds begin april is zij officieel huisarts. Vanuit haar woonplaats Amsterdam neemt zij in de komende periode waar voor huisartsen in West-Friesland. Hoe kijkt zij naar de problematiek?

De druk vormt een gevaar voor de huisarts zoals we die van oudsher kennen, maar ik zie het veel liever als uitdaging die tot een transformatie leidt. Ik ben huisarts geworden in een soort overgangsfase. Om tot een nieuwe vorm te komen die in de huidige maatschappij voor zowel de huisartsen als de patiënten werkt, moeten we omvormen. En dat begint al bij het onderwijs. Zo vroeg mogelijk, al tijdens de opleiding geneeskunde, moet een eerlijk beeld van het vak worden geschetst. Het praktijkhouderschap verdient daarbij ook de aandacht. Vaak is hier pas aan het einde van de huisartsenopleiding ruimte voor. Ik vind dat een gemiste kans. Je moet studenten vroeg prikkelen en kennis laten maken met alle facetten van het vak.

Wat is de rol van de huisarts volgens jou?

Huisartsen vormen een heterogene groep. Dat is onze kracht, maar geeft soms ook onduidelijkheid. In de basis zijn we er voor patiëntenzorg, maar mensen komen vaak met niet-medische, meer maatschappelijke problemen bij ons. Daar zijn wij niet voor, maar dat luisterende oor bieden we wel en we willen doorverwijzen naar de juiste plek. Maar de wegen naar andere hulplijnen zijn niet altijd even duidelijk. Dat mag scherper.

Wat zijn volgens jou de belangrijkste uitdagingen?

Naast de rol van het onderwijs mag goed gekeken worden naar de ondersteuning die de huisarts nodig heeft. Enkele belangrijke punten zijn:

  • Administratieve taken

Als huisarts en zeker als praktijkhouder moet je veel registreren en openbaar maken richting instanties. Ik denk dat dat vaker voortkomt uit achterdocht dan zorgvuldigheid. Om alles in te dekken. Want stel je voor dat je aansprakelijk gesteld wordt als er iets misgaat met een patiënt of dat je bepaalde zaken niet goed kan verantwoorden naar de zorgverzekeraar. In het geval van patiëntenzorg is kwaliteit en zorgvuldigheid veel belangrijker, maar het lijkt er soms op dat administratie zwaarder weegt.

Regelmatig wordt iets nieuws bedacht, wat naar mijn mening als onnodig aanvoelt.     Als startende huisarts krijg ik jeuk van de Wtza (Wet toetreding zorgaanbieders). Een nieuwe wet waar we ons voor moeten aanmelden als zorgaanbieder, terwijl we al bij het BIG register en RGS ingeschreven staan.

  • Moeizaam contact met de gemeente

Tijdens de huisartsenopleiding probeerde ik meermaals contact te leggen met de gemeente waarin de praktijk gevestigd was, maar ik liep steeds tegen een muur aan. Het gaat over te veel schijven en niemand leek zich verantwoordelijk te voelen voor het beantwoorden van mijn vragen.

  • Huisvesting praktijken

Ik wil wel graag praktijkhouder worden, maar wat koop ik dan? Huisvesting dient ook te worden gewaarborgd door de gemeente, maar daar staan ze onvoldoende bij stil. Als er een nieuwe wijk wordt gebouwd, hoort er ook ruimte voor een huisartsenpraktijk bij. De nieuwe bewoners kunnen niet allemaal terecht bij de bestaande huisartsen.

Bestaande panden zijn vaak te klein; door de jaren heen zijn er steeds meer medewerkers bij gekomen. En als er al een goed pand beschikbaar is, dan zijn de huur-/onderhoudskosten vaak disproportioneel. Ik wil eigenaar zijn van een pand of een eerlijke huurprijs, daar is geen bescherming voor.

De nieuwe generatie huisartsen wil minder werken, klopt dat?

Dat is niet zo zwart-wit. We willen een goede balans tussen werk en privé, maar dat was vroeger ook al zo. Alleen ziet het werk er tegenwoordig inhoudelijk anders uit. De zorgvraag is complexer dan vroeger, je hebt met veel meer disciplines te maken, de maatschappij en de patiënten zijn veranderd. Hierdoor is ook het werk complexer. Vroeger was de huisarts vooral bezig met patiëntenzorg, tegenwoordig zijn we ook manager vanwege grotere teams en ondernemer die de praktijk langdurig draaiende moet houden. Door de gejaagdheid van in deze tijd en de veranderde zorgvraag is het ondoenlijk dezelfde uren te draaien als vroeger. Daarom willen veel toekomstige, jonge huisartsen liever in loondienst werken of met meerdere collega’s (duo dan wel maatschap). Het fijne daarvan is dat je de zorg samen waarborgt. Als je ziet door hoeveel hoepels we moeten springen naast de daadwerkelijke patiëntenzorg, dan is dat heel begrijpelijk.

Waarom kies jij wél voor het praktijkhouderschap?

Dat je de patiënten kent vind ik het mooiste aan het vak. Dat werkt het beste vanuit een plek waar je langdurig werkt. En het past bij mijn persoonlijkheid om dat in de toekomst vanuit een eigen praktijk te doen. Ik ben in de eerste plaats huisarts, maar schuw het ondernemerschap niet. Als praktijkhouder kan ik beter de regie houden en van daaruit samen werken met andere organisaties. De huisarts als solist is over 5-10 jaar een zeldzaamheid. We zullen meer in groepen (Hoed) werken en goed moeten kijken welke taken we als huisarts bij ons houden of uitbesteden.

De huisartsenzorg transformeert, daar ontkomen we niet aan. Dat is niet per definitie slecht, het is anders. Net als de uitdagingen, zijn de oplossingen multifactorieel. Daar kunnen we alleen in samenwerking met onderwijs, gemeenten, politiek en elkaar zorg voor dragen.

Lees hier het interview met huisarts René Kant uit Andijk over dit onderwerp.

Bijeenkomst 31 mei: ‘Heeft u straks nog een huisarts?’

ZZWW onderschrijft de problematiek rondom de toekomst van de huisarts en organiseert op 31 mei in Theater Het Postkantoor in Bovenkarspel een bijeenkomst over dit onderwerp. Met sprekers vanuit de Zorgkoepel West-Friesland, de zorgverzekeraar en de gemeente. Gratis toegankelijk voor iedereen. Praat u mee?

Klik hier om u aan te melden

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Huisartsenpraktijken staan op omvallen

Huisarts René Kant: "Over 10 jaar bestaat de huisarts zoals wij die van oudsher kennen niet meer”

Maatschappelijke ontwikkelingen bedreigen het voortbestaan van de huisarts in eigen buurt. De samenleving vergrijst waardoor de zorgvraag toeneemt en steeds minder jongeren ambiëren het vak van huisarts, laat staan dat zij nog kiezen voor het praktijkhouderschap. Stichting Zorg Zoals de Westfries het Wil sprak erover met René Kant (56), huisarts in Andijk en bestuurslid van de Westfriese Huisartsenorganisatie

Hij maakt zich zorgen. De toekomst voor huisartsen ziet er weinig rooskleurig uit. En dat heeft grote gevolgen voor de zorg die zij leveren.

Welke oorzaken kunnen leiden tot het verdwijnen van de huisarts?

De samenleving vergrijst waardoor de zorgvraag toeneemt. Dat vraagt om meer huisartsen, maar ook zij vergrijzen. Veel huisartsen gaan de komende 10 jaar met pensioen en de overblijvers zijn overbelast. Het is lastig om voldoende nieuwe huisartsen te vinden. De nieuwe generatie heeft andere wensen. De vraag naar huisartsenzorg is groter dan het aanbod en het gat daartussen groeit. Dat is zorgelijk.

Wat maakt de wensen van jongeren zo anders?

De maatschappij verandert en daarmee ook de wensen. Waar je vroeger vaak een baan voor het leven koos, is jobhoppen tegenwoordig meer regel dan uitzondering. Jongeren kiezen nog wel voor het vak van huisarts, maar willen in deeltijd werken waardoor er alsnog een te kort ontstaat. Ze wensen meer vrijheid als ook vrije tijd. Als ze al huisarts willen worden dan het liefste in loondienst of als waarnemer in verschillende praktijken. Zo kunnen ze makkelijker hun eigen tijd indelen. Ze zijn niet graag verbonden aan een praktijk, laat staan dat ze praktijkhouder willen zijn. Want dan ben je ook verantwoordelijk voor de diensten, de huisvesting, indelen van de ruimte, medewerkers en alle papieren rompslomp.

Ook kiezen veel studenten geneeskunde liever voor een functie als specialist bij een ziekenhuis. Dat lijkt dynamischer dan huisarts, maar het tegendeel is waar. Wij zijn niet de ‘simpele Henkies’ maar moeten overal van af weten en veel op gevoel handelen, in nauw contact met de patiënt. Dat maakt ons vak gevarieerd en uitdagend. Het onderwijs zou dat meer mogen promoten.

Meer vrijheid en vrije tijd, deelt u deze visie?

Deels wel. De huisarts van vroeger werkte 70 tot 80 uur in de week. Dat is zwaar. Tegenwoordig is dat al anders; omdat ik de praktijk deel met een compagnon werk ik 40 uur en dat is voor een huisarts parttime te noemen. Minder gaat niet als je verantwoordelijk bent voor de praktijk en het team. Bovendien zijn er steeds meer zorgtaken op het bord van de huisarts komen te liggen. Denk aan regelmatige checks van mensen met diabetes of hartklachten, vaccinaties en psychische hulp van de praktijkondersteuner. Dat vraagt veel extra tijd. Dat gaat dan nog om directe zorg voor mensen. Ook overheidsinstanties vragen steeds meer van ons. Openbare jaarverslagen, rapportages met gegevens van personeel etc. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) stelt dat er minder regels moeten komen, maar vooralsnog merken wij daar niets van. Vrijheid van werken wordt behoorlijk ingeperkt en daar zit de nieuwe generatie niet op te wachten.

De dokter als vliegende keep, welke gevolgen heeft dat voor de zorg?

Waarnemend huisartsen blijven altijd nodig, dan kan een huisarts ook eens op vakantie. Maar alleen waarnemen in deeltijd gaat ten koste van de verbondenheid met de regio en de betrokkenheid bij de patiënt. Als huisarts ben je ook vertrouwenspersoon. Die vertrouwensband krijg je alleen als je letterlijk en figuurlijk dicht bij de mensen staat; in een praktijk in de buurt en als vertrouwd gezicht. Die band gaat verloren als er een te kort aan huisartsen is en praktijken moeten sluiten.

Hoe is het momenteel met de huisartspraktijken gesteld?

In Westfriesland en de Wieringermeer zijn zo’n 60 praktijken en 110 huisartsen. Dat lijkt veel, maar de bedreiging voor de toekomst is ernstig. Er vallen overal gaten; hier in de regio staan zo’n 5 a 6 prakijken op omvallen. Huisartsen zijn overbelast en er zijn nauwelijks waarnemers en opvolgers te vinden.  Door de groei van taken is er behoefte aan personeel en werkruimte. Ook doktersassistenten en praktijkondersteuners zijn nodig om alle zorg te kunnen bieden. Zij hebben een plek nodig en steeds vaker is het huidige bedrijfspand te klein en toe aan renovatie. Gemeentes moeten huisvesting faciliteren en blijven daarin achter. De noodzaak wordt onvoldoende onderkend. Verzekeraars en gemeenten moeten verantwoording nemen, huisvesting organiseren en het praktijkhouderschap weer aantrekkelijk maken. Ook financieel.

Dit is een landelijk probleem, welke regionale ontwikkelingen drukken op de schouders van de huisarts?

In Westfriesland ondervinden we dezelfde problematiek als elders in Nederland, maar er zijn ook andere maatschappelijke ontwikkelingen van invloed. Zo hebben we hier te maken met seizoenarbeiders. Veel mensen uit Polen en Bulgarije bijvoorbeeld hebben hier tijdelijk werk. Als zij een huisarts nodig hebben zorgt dat voor piekdrukte. Online weten zij de weg niet, ook door de taalbarrière. In het werkseizoen zijn ze verzekerd, maar zodra het werk ophoudt, stopt ook de verzekering. Dan moeten ze terug naar hun thuisland, maar dat is niet altijd zo simpel.

Ook is er veel verborgen armoede. Tijdelijke contracten maken de toekomst onzeker. Mensen kunnen de kosten van een zorgverzekering nauwelijks dragen en zijn vaak onderverzekerd. Als ze uiteindelijk toch bij de huisarts komen, blijkt de zorgbehoefte complexer en zijn de kosten hoger dan had gehoeven.

Hoe ziet huisartsenzorg er in de toekomst uit?

Je ziet nu al een verschuiving naar digitale middelen. Steeds vaker worden mensen verwezen naar thuisarts.nl en zorgportaal online. Daar zijn antwoorden op eerste zorgvragen te vinden en kun je uitslagen en medicatievoorschriften bekijken. Handig, maar niet voor iedereen. Het ontbreekt veel oudere patiënten aan digitale vaardigheid. Dat kan tot gevaarlijke situaties leiden omdat ze antwoorden verkeerd interpreteren, de klachten niet goed begrijpen of al helemaal niet weten waar ze moeten zijn.

Als je in de toekomst toch persoonlijk contact wenst, zal dat via een videocall zijn of moeten mensen vanuit de dorpen naar gezondheidscentra in een grotere plaats reizen. De wachttijd zal langer zijn en de vraag is nog maar of je de dienstdoende arts wel kent, of hij jou. Goede zorg blijft, de huisarts als vertrouwenspersoon verdwijnt.

Het huisartsenconsult gaat van 10 naar 15 minuten, dat staat toch haaks op deze problematiek?

Ja, dat lijkt niet met elkaar te stroken, maar is wel een goede ontwikkeling. Natuurlijk vraagt het om maatregelen. Enerzijds verwijzen we mensen naar digitale tools zoals thuisarts.nl en de app ‘Moet ik naar de dokter?’ en helpen we waar het kan vaker via een videoconsult en per e-mail. Anderzijds hebben we meer tijd voor patiënten met een meer complexe zorgvraag en kunnen we sneller passende zorg bieden.

Vanuit het IZA akkoord gaat de overgang van 10 naar 15 minuten stapsgewijs. Onze praktijk stroomt in september in. De laatste groep huisartsen in onze regio stroomt in januari 2024 in. Althans, als alle praktijken standhouden, anders is het niet haalbaar en hebben we een groot probleem.

Lees meer:  https://zzww.nl/langer-huisartsenconsult-westfriesland/

Is de teloorgang van de huisarts nog te stoppen?

Daar gaan wij wel voor, maar kunnen wij niet alleen. Dit gaat iedere burger aan en we hebben elkaar nodig om het tij te keren. We moeten een beroep doen op de beleidsmakers en verzekeraars die veel macht hebben. Zij moeten het praktijkhouderschap weer aantrekkelijk maken en eerstelijns zorginstanties beter op elkaar laten aansluiten. Dat voorkomt lange wachttijden.
Veel is ontstaan vanuit een roep om meer regels. Vanuit overheden is er een grote controledwang en achterdocht. Dat zien we in de hele samenleving. Alle risico’s moeten worden uitgebannen. Dat is heel lastig om te draaien. We willen allemaal graag dat het leven maakbaar is, maar niet alles wat kan, moet ook. Zorg is maatwerk en mensenwerk. Daar hoort flexibiliteit, begrip en openheid bij. Als burger ben je óók kiezer. Denk goed na over de stem die je uitbrengt bij zowel landelijke als gemeenteraadsverkiezingen. Ook waar het gaat om de gezondheidszorg. Regionale bijeenkomsten zoals ZZWW initieert geven burgers een mogelijkheid om concreet mee te denken. Laat ook daar je stem horen.

Bijeenkomst 31 mei: ‘Heeft u straks nog een huisarts?’

ZZWW onderschrijft de problematiek rondom de toekomst van de huisarts en organiseert op 31 mei in Theater Het Postkantoor in Bovenkarspel een bijeenkomst over dit onderwerp. Met sprekers vanuit de Zorgkoepel West-Friesland, de zorgverzekeraar en de gemeente. Gratis toegankelijk voor iedereen. Praat u mee?

Klik hier om u aan te melden

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Lokale apotheek moet blijven

ZZWW ondersteunt actie Westfriese apotheken om in de dorpen en steden te blijven bestaan

De apotheek in uw eigen dorp of stad mag niet verdwijnen! Stichting Zorg Zoals de Westfries het Wil is het dan volledig eens met de actie van de Coöperatieve Apothekersvereniging Westfriesland (waarbij 16 apotheken aangesloten zijn). Deze vereniging heeft flyers gemaakt om patiënten erop te wijzen dat zij zich niet moeten laten verleiden om online hun medicijnen te bestellen. Want de lokale apotheek heeft alles te bieden wat de online apotheek ook heeft en zelfs meer.

Sommige zorgverzekeraars sturen namelijk mails en nieuwsbrieven naar hun cliënten om ze te vertellen dat online bestellen goedkoper is. “Maar”, werpt Famke Vriezen van de Coöperatieve Apothekersvereniging Westfriesland tegen, “dat zorgt ervoor dat op den duur apotheken gaan sluiten. Terwijl je bij de apotheek in je eigen buurt makkelijk binnenloopt om een vraag te stellen of te overleggen welke medicatie het beste is. Je eigen huisarts en eigen apotheek werken nauw met elkaar samen. Zo kunnen we zorg en medicatie op maat bieden. En je hebt je medicijnen ook vaak veel sneller dan wanneer ze vanuit het andere deel van Nederland opgestuurd worden. Verder is het ook onhandig als de gegevens over de online-medicatie niet meer bij ons belanden.”

Op dit moment zijn er nog geen apotheken gesloten in Westfriesland vanwege de online-apotheken, maar in de toekomst kan dit wel gebeuren als de onlinetrend doorzet, vrezen zowel Famke Vriezen als ZZWW.

De Coöperatieve Apothekersvereniging Westfriesland voert de actie trouwens met de zustervereniging in Alkmaar.

 

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Nu pas commotie?

ZZWW: ‘Ons onderzoek naar medicijngebruik uit 2019 heeft al laten zien dat 70 procent van de patiënten problemen heeft'

Stichting Zorg Zoals de Westfries (ZZWW) vraagt zich af waarom er nu pas in de landelijke media commotie ontstaat over de vele medicijnen die mensen onnodig lang slikken. In 2019 heeft ZZWW namelijk met Apotheek Stede Broec al een rapport hierover uitgebracht, waaruit bleek wat er behoorlijk veel mis gaat met het medicijngebruik van Westfriezen. Met dat rapport is blijkbaar niets gedaan.

 

Patiëntenfederatie Nederland zei 1 maart in het Dagblad voor West-Friesland en De Telegraaf dat patiënten hun pillen maar blijven doorslikken, omdat specialisten, huisartsen of apothekers zelden bekijken welke medicijnen er wel of niet nodig zijn. Daarover is nu landelijk veel ophef ontstaan.

“Het is beschamend! We hebben destijds zowel het ministerie als diverse tweedekamerfracties als Patiëntenfederatie Nederland benaderd met de resultaten van ons onderzoek. Patientenfederatie Nederland hebben we zelfs drie keer gevraagd om in een gesprek het rapport toe te lichten, maar na vier jaar zijn we nog altijd niet teruggebeld. Vreemd dat deze organisatie nu pas aan de bel trekt en bovendien ons onderzoek totaal vergeet erbij te halen. Bij 70 procent van de patiënten gaat namelijk iets mis met het medicijngebruik, zo bleek uit ons onderzoek. En nu is er na vier jaar op landelijk niveau nog steeds nauwelijks iets gedaan met deze alarmerende conclusie”, zegt Hans Schipper, voorzitter van ZZWW.

 

Lichtpuntje in WF

“Wel zit er op regionaal niveau eindelijk enig schot in, al heeft ook dat lang geduurd. VGZ gaat hopelijk binnenkort 1500 gesprekken vergoeden met patiënten die uit het ziekenhuis komen. Het is de bedoeling dat een apotheekmedewerker samen met de patiënt kijkt of de medicijnlijst nog wel in orde is en de patiënt informeert over hoe de medicijnen gebruikt moeten worden. Na een ziekenhuisopname komen er namelijk meestal weer heel wat pillen bij, terwijl men soms al jarenlang medicijnen slikt die niet meer nodig zijn. Dit kost miljoenen! Weggegooid geld dus. En ook bepaald niet duurzaam.”

De nazorggesprekken in West-Friesland zijn een uitvloeisel van het onderzoek uit 2019, waarbij Apotheek Stede Broec deze gesprekken ook voerde en vervolgens samen met ZZWW het rapport opstelde. Schipper: “We hebben destijds samen met Apotheek Stede Broec enorm ons best gedaan bij VGZ om de nazorggesprekken uit te breiden naar de rest van onze regio, maar VGZ wilde toen niet. Inmiddels hebben we vernomen dat VGZ nu mogelijk toch geld hiervoor wil uittrekken. Op zich een goede zaak.”

Famke Vriezen van de Coöperatieve Vereniging van Apothekers in West-Friesland beaamt dit. “Alles wijst erop dat we binnenkort groen licht krijgen op onze aanvraag. Het heeft vier jaar geduurd, omdat VGZ extra onderzoeksgegevens wilde. Die zijn aangeleverd in samenwerking met een SIR Stevenshof, een wetenschappelijke apotheekorganisatie. Door corona is er vertraging opgetreden.”

 

Bij 70% gaat iets fout

Uit het rapport van ZZWW en Apotheek Stede Broec uit 2019 bleek dat er tijdens de huisbezoeken bij 70% van de 26 patiënten wat aan de hand was met de medicijnen. Daarnaast werd dit ontdekt:

  • 57% loopt tegen problemen aan bij het gebruik van de medicatie.
  • 54% geeft aan moeite te hebben met het uit elkaar houden van de medicatie.
  • 42% stopt zelf weleens met een medicijn of neemt minder in dan wat voorgeschreven is door de arts.
  • 50% geeft aan geen goede uitleg te hebben gehad in het ziekenhuis over de wijzigingen in de
  • 46% vergeet weleens een medicijn in te nemen.

 

“Kortom, het is van groot belang dat er inderdaad nu wel actie wordt ondernomen. Nazorggesprekken zijn al een stap in de goede richting. En daarnaast willen we als ZZWW dat ons onderzoek alsnog op de agenda van de landelijke politiek komt en niet bij het ministerie in een la blijft liggen”, aldus ZZWW-voorzitter Hans Schipper.

Zelf het rapport lezen?

Klik hier

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Ziektekosten

ZZWW: ‘Contracten met zorgverzekeraarsmoeten voortaan voor 14 november echt rond zijn’

Eerst uw zorgverzekeraar kiezen en dan pas later horen dat uw behandeling wel of niet in zijn geheel wordt vergoed? Opmerkelijk! Daar is Stichting Zorg Zoals de Westfries het dan ook niet mee eens. Dit moet veranderen, vinden ZZWW en Patiëntenfederatie Nederland.

Voor 14 november moeten voortaan de contracten tussen ziekenhuizen, huisartsen, apotheken, fysiotherapeuten etc. volledig afgerond zijn (en niet ‘nog in onderhandeling’). Anders maakt u immers een keuze die later heel onvoordelig kan uitpakken. De Patiëntenfederatie verspreidt inmiddels in Westfriesland flyers over de huidige vreemde gang van zaken.

“Graag geen onverwachte kosten achteraf”

ZZWW en de Patiëntenfederatie pleiten er ook voor dat er een coulanceregeling moet zijn als de zorg uiteindelijk niet vergoed wordt, terwijl patiënten dat niet konden weten. En informatie over wat wel en niet vergoed wordt, moet sowieso voor iedereen makkelijk toegankelijk zijn.

Hoe zit het bij het Dijklander?

Om even een concreet voorbeeld te noemen: het Dijklander Ziekenhuis had eind van het jaar en vervolgens begin februari weliswaar bijna alle contracten rond, maar op dit moment is het contract met zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid nog altijd een vraagteken. Terwijl u maar tot 1 januari uw zorgverzekeraar kunt opzeggen en dan heeft u tot 31 januari de tijd om een nieuwe zorgverzekeraar te kiezen.

Half februari mailde ZZWW met het Dijklander Ziekenhuis en dat leverde deze vragen en antwoorden op:

  1. Welke/hoeveel contracten staan er bij jullie nog open?

“Alleen met Zorg en Zekerheid zijn de afspraken nog niet definitief. Met alle andere zorgverzekeraars hebben we afspraken gemaakt. Op onze website houden we hiervan een overzicht bij (klik hier.”

  1. Wanneer zal het helemaal rond zijn?

Dat is lastig te zeggen, maar we hopen er met Zorg en Zekerheid ook zo snel mogelijk uit te komen. (Stand van zaken op 27 februari: nog steeds geen nieuws)

  1. Wat gebeurt er als patiënten op dit moment een behandeling ondergaan, terwijl het contract met de zorgverzekeraar nog niet rond is? Moeten zij het voorschieten?

“Deze vraag kunnen we als ziekenhuis niet beantwoorden; de zorgverzekeraars bepalen dit. In het ziekenhuis behandelen we iedereen en we adviseren onze patiënten om vooraf bij hun zorgverzekeraar de afspraken te checken. Wat in alle gevallen altijd vergoed wordt, is spoedeisende/acute zorg (inclusief bevallingen) en zorg die geleverd wordt na verwijzing door een medisch specialist uit een ander ziekenhuis.”

  1. Worden patiënten ingelicht door hun specialist als ze een behandeling krijgen die niet/gedeeltelijk wordt vergoed? (dat kan immers soms een overweging zijn om ervan af te zien of om naar een ander ziekenhuis uit te wijken)

“Wel als het onverzekerde zorg is of een niet gecontracteerde budgetpolis. Maar het is voor ons ondoenlijk om iedere individueel te informeren over de vergoedingen. We adviseren iedereen altijd vooraf te checken bij de zorgverzekeraar of behandelingen vergoed worden en bijvoorbeeld wat het betekent voor het eigen risico. We geven wel voorlichting hierover, bijvoorbeeld via onze website (klik hier).”

  1. Wat is jullie mening over deze gang van zaken: patiënten moeten hun zorgverzekering afsluiten voordat ze alle informatie hebben over wel/niet/gedeeltelijk vergoeden van behandelingen, omdat contracten nog niet rond zijn. Is dat niet vreemd? Ter vergelijking: als je een opstalverzekering afsluit dan doe je dat toch ook pas als je de polisvoorwaarden hebt doorgelezen en daarmee akkoord bent? Nu moeten patiënten er eigenlijk maar op vertrouwen dat het goed komt. Of je wordt gedwongen een verzekering te kiezen die wel op tijd alle contracten heeft afgesloten, waarmee de door het kabinet beoogde marktwerking belemmerd wordt.

“Dat vinden we heel vervelend. Je ziet dit in het hele land gebeuren. Landelijke afspraken over het informeren van consumenten hierover zijn vastgelegd in de Regeling informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars aan consumenten. (klik hier).

 

  1. Wat vinden jullie ervan om alle zorgverzekeraars en zorgaanbieders te verplichten voor 14 november de contracten rond te hebben?

“Dit is al een bestaande afspraak uit het hoofdlijnenakkoord (2018-2022) dat is getekend door VWS, ZN, NFU, ZKN, etc.. Uiterlijk half november moeten zorgverzekeraars de verzekerden informeren met welke zorgaanbieders ze wel of geen afspraken hebben. Verschillende zorgverzekeraars vermelden dit ook al op hun website. We juichen de afspraak toe, want het is fijn voor onze patiënten om duidelijkheid te hebben.”

Aanvulling ZZWW: “De meldingsplicht klopt, het gaat er nu echter om dat wij en de Patiëntenfederatie willen dat de contractbesprekingen dan ook daadwerkelijk afgerond zijn. Daar wringt de schoen.”

 

 

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Actie ‘We slikken het niet langer!’

Maakt u zich ook zorgen of uw medicijnen nog wel beschikbaar blijven? Help mee om medicijntekorten te voorkomen!

 

Apothekers trekken aan de bel over de medicijntekorten en voeren ook actie in Westfriesland

Heeft u weleens meegemaakt dat u bij de apotheek uw vaste medicijn opeens niet meer kon krijgen? En dat het alternatief vervelende bijwerkingen had? De afgelopen jaren zijn de medicijntekorten sterk toegenomen. In 2022 waren er zo’n 1500 medicijnen niet leverbaar in Nederland. Daarom vragen onder andere de apothekers in Westfriesland patiënten om hulp om dit probleem in Den Haag onder de aandacht te krijgen.

In nagenoeg alle apotheken in Westfriesland liggen invulformulieren. Daarop kunt u als patiënt uw ervaringen kwijt en aangeven of u de actie ondersteunt (ook als u geen problemen heeft). Als minimaal 40.000 mensen dit invullen (in heel Nederland) dan biedt de landelijke organisatie van de apothekers een petitie aan de Tweede Kamer aan en is de Tweede Kamer verplicht om het op de agenda te zetten. Er zijn nu zo’n 23.500 formulieren binnen. Wilt u de actie ondersteunen? Dat kan ook via de site www.weslikkenhetnietlanger.nl. Overigens is er inmiddels ook via het televisieprogramma Radar landelijke bekendheid aan gegeven.

 

Schuld van de zorgverzekeraars

“Het lastige”, vertelt Famke Vriezen van de Coöperatieve Apothekersvereniging West-Friesland (waarbij 16 apotheken aangesloten zijn), “is dat patiënten bij ons aankloppen en dat wij er niets aan kunnen doen als een medicijn niet voorradig is. De zorgverzekeraars bepalen namelijk welke medicijnen vergoed worden en het blijkt dat ongeveer de helft van hen kiest voor hetzelfde goedkope medicijn. Is er dan een productieprobleem in bijvoorbeeld India of een transport hick-up, dan ontstaat er direct een tekort. Komt de toelevering wereldwijd weer op gang, dan verkopen de fabrieken de medicijnen liever aan Duitsland, want daar krijgen ze er meer geld voor.”

 

Soms levensgevaarlijk

Famke Vriezen: “Voor de meeste patiënten is het heel vervelend om opeens een ander medicijn te gebruiken, maar voor epilepsiepatiënten kan het zelfs levensgevaarlijk zijn omdat de medicatie bij hen heel nauw luistert. Daarom trekken we nu aan de bel!”

 

Oplossingen

Welke oplossingen ziet zij? “Het zou helpen als de zorgverzekeraars meerdere merken aanwijzen. Daarnaast scheelt het ook als er meer betaald wordt aan de producenten, al ligt dat gevoelig want dan gaat de zorgpremie omhoog. Een zogeheten ‘ijzeren voorraad’ aanhouden kan ook. Kortom, het is belangrijk dat de politiek zich hier snel mee gaat bemoeien.”

 

Wat vindt ZZWW ervan?

ZZWW ondersteunt deze gezamenlijke actie. “Wij vinden dat de zorg voor de (Westfriese) burger van groot belang is. Het samen optrekken van alle apothekers in Nederland is daarbij van groot belang. Wij blijven deze ontwikkeling met interesse volgen onder andere door gesprekken met de Coöperatieve Apothekersvereniging West Friesland” aldus het bestuur van ZZWW.

 

 

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


ZZWW blij: meer tijd bij de dokter

Huisartsen mogen hun consulten voortaan 15 minuten laten duren ipv 10 minuten

Stichting Zorg Zoals de Westfries is verheugd dat het gelukt is dat u voortaan 15 minuten in plaats van 10 minuten met uw huisarts mag overleggen. In Westfriesland is hiermee al een proef geweest bij een paar huisartsenpraktijken. Nu hebben het kabinet en de zorgverzekeraars geld beschikbaar gesteld, zodat het ook elders mogelijk moet zijn.

De uitbreiding van de consulten wordt gefaseerd ingevoerd. Dus het kan zijn dat uw huisarts nog niet meteen langere consulten aanbiedt. Maar het is wel de bedoeling dat alle huisartsen in Nederland dit de komende jaren kunnen doen.

De uitbreiding is onder andere een gevolg van de succesvolle proef in Westfriesland. Maar het gaf de doorslag dat de Landelijke Huisartsenvereniging anders het Integraal Zorgakkoord niet wilde tekenen.

De Landelijke Huisartsenvereniging is 24 januari akkoord gegaan met het Integraal Zorgakkoord. Elf andere partijen hadden al eerder getekend, maar de huisartsen hadden behoorlijk wat bezwaren. Ze wilden – behalve langere consulten – bijvoorbeeld ook een verandering van de tarieven voor avond-, nacht- en weekenddiensten. Dat laatste verlaagt hopelijk de werkdruk voor huisartsen, omdat ze dan makkelijker freelancers kunnen inhuren voor deze diensten.

Die toezeggingen zijn er inmiddels gekomen. Er is voor de uitbreiding van de consulten een extra pot van 220 miljoen euro toegezegd voor 2023. Daarna moet het in de standaardfinanciering opgenomen worden). Daarnaast mogen de huisartsen hogere (en verschillende) tarieven voor een avond-, nacht-, weekend- of feestdagdiensten declareren bij de zorgverzekeraar.

Tip: interessant artikel!

Wilt u meer weten welke consequenties het Integraal Zorgakkoord de komende jaren voor u heeft? Lees het interview met Jolanda Buwalda (Omring), Annette Fijn van Draat (Wilgaerden Leekerweidegroep) en Marjolein Zwaan (medisch directeur van de Zorgkoepel Westfriesland en huisarts). Klik hier

 

 

 

 

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Wat betekent het Zorgakkoord voor u?

Drie experts over de gevolgen van het nieuwe Zorgakkoord voor Westfriezen

Kunt u erop rekenen dat u ook over vijf of tien jaar nog bij de huisarts terecht kunt, dat de wijkverpleging bij u thuis komt en dat u prettig oud wordt? De vergrijzing neemt – vooral in Westfriesland – sterk toe en er is een groot tekort aan personeel in de zorg. Omdat dit overal in het land speelt, heeft het kabinet een Integraal Zorgakkoord (IZA) opgesteld. Wat betekent dat IZA voor u als Westfries? Drie bestuurders uit de zorgwereld leggen het uit in een uitgebreid achtergrondverhaal en uiteraard leest u ook de reactie van Stichting Zorg Zoals de Westfries het Wil…

Wat is het IZA (Integraal Zorgakkoord)?

Het IZA is een plan voor de komende 4 jaar, dat getekend is door diverse partijen in de zorg, zoals de ziekenhuizen, thuiszorg, woonzorg, de Patiëntenfederatie, zorgkantoren, de GGZ, de medisch specialisten en de VNG (gemeenten). Het borduurt voort op de trends die al enige tijd in gang gezet zijn. Maar voor het eerst is er een plan waar zoveel partijen aan meewerken. Dat is het nieuwe eraan. De Landelijke Vereniging van Huisartsen (LHV) had aanvankelijk nog niet getekend. Dat is op 24 januari gebeurd.

Wie komen er in dit verhaal over het IZA aan het woord?

Deze drie Westfriese zorgprofessionals die er nauw bij betrokken zijn, geven hun visie op het nieuwe Zorgakkoord: Jolanda Buwalda (bestuurder van zorgaanbieder Omring en onderhandelaar over het Zorgakkoord namens Actiz, brancheorganisatie voor de ouderenzorg), Annette Fijn van Draat (bestuurder van zorgaanbieder WilgaerdenLeekerweideGroep) en Marjolein Zwaan (medisch directeur van de Zorgkoepel Westfriesland en huisarts).

 

Meer samenwerking is goed

De experts zijn het over één ding absoluut eens: het is beslist een stap in de goede richting dat dit toekomstplan uitgaat van meer samenwerking. Jolanda Buwalda: “We zijn al jaren bezig in Westfriesland om samen te werken, onder andere met huisartsen, het ziekenhuis, de gemeenten (via de WMO), de woningcorporaties, onze woonzorgcomplexen, de wijkverpleging. Zo is er goed contact tussen Omring en WilgaerdenLeekerweidegroep, beide thuiszorg- en woonzorgorganisaties. Dus het is fijn dat dit zorgakkoord dit punt zo duidelijk naar voren brengt.”

Soepel geregeld

“Patiënten en cliënten willen simpelweg ook dat er geen ‘eilandjes’ blijven bestaan”, voegt Annette Fijn van Draat eraan toe. “Bijvoorbeeld: als je na een ziekenhuisopname thuis extra zorg en ondersteuning nodig hebt, dan wil je dat die makkelijk geregeld voor je worden. En niet dat er allerlei hobbels zijn, omdat de financiering van een ziekenhuisopname anders is dan van de thuiszorg. Daar zou je als patiënt of cliënt niets van moeten merken en nu is dat soms helaas wel het geval.

Muren slechten

Ook op andere vlakken zijn er volgens haar nog wel wat muren te slechten.“Bijvoorbeeld: het is belangrijk dat mensen een goed netwerk behouden, want dan maken ze minder snel aanspraak op zorg. Westfriesland heeft van oudsher al hechte gemeenschappen. Het is cruciaal dat dit behouden blijft. Op dat vlak kunnen er nog wel een paar muren geslecht worden tussen gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders. Zij spelen bij het behouden van die hechte sociale verbanden een grote rol. Met het tekenen van het Westfriese Woonzorgpact is er gelukkig al een stap in de goede richting gezet. Het is van belang dat er voldoende woningen voor senioren worden gebouwd en op de juiste plek. Gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders moeten hiervoor risico durven nemen en goed samenwerken. Ik vind het dan ook heel positief dat met het opstellen van dit akkoord de intentie is uitgesproken om de grote uitdagingen waar we in de zorg voor staan sámen aan te gaan.”

Samenwerking op het spoedplein

Jolanda Buwalda vult aan: “Daarnaast hebben we in deze regio bijvoorbeeld een ‘spoedplein’ opgezet, zodat in acute situaties meteen een plek voor een patiënt gezocht wordt in een ziekenhuis of woonzorgcentrum. Dat kan nog wel iets verbeterd worden, omdat vaak de juiste gegevens missen over hoeveel typen bedden, hoeveel acute wijkteams er zijn en wie er ’s nachts of in het weekend paraat is. Dat kunnen we beter aan elkaar knopen, maar de intentie is er. En dat past mooi in de lijn van het nieuwe Zorgakkoord, waarin de regio een grotere rol gaat spelen.”

Huisartsen vrezen problemen

“Dat we samen voor grote uitdagingen staan en ook samen de problemen moeten oplossen, deel ik”, zegt Marjolein Zwaan. “Echter, waar zowel ik als medisch directeur en als huisarts bang voor ben is dat er nog meer bij de huisartsen terecht komt dan nu al het geval is. Bijvoorbeeld als ziekenhuizen nog meer afschuiven naar huisartsen. Op dit moment komen stabiele hartpatiënten na hun operatie al onder controle van de huisarts. Dit is in goed overleg overigens zo afgesproken. Maar het is wel een taak erbij. En nog meer taken erbij betekent dat onze werkdruk extra toeneemt, terwijl we het al heel erg druk hebben. Een ander knelpunt ontstaat als de rest van de ondersteuning die patiënten nodig hebben niet goed geregeld is. Ik doel hierbij onder andere op de wachtlijsten bij de GGZ of de gemeente die niet snel genoeg de schuldhulpverleningsaanvragen kan verwerken. Met name als de oorzaak van bepaalde medische problemen van patiënten niet medisch zijn, zie ik dat nu al in de spreekkamer terug.”

‘Het is vaak niet alleen medisch’

Kan Marjolein Zwaan een concreet voorbeeld geven? “Jazeker, iemand met schulden kan met hoofdpijn of depressieklachten bij ons terechtkomen. We kunnen dan wel een pilletje voorschrijven, maar de hoofdpijn gaat pas weg als de patiënt via de schuldhulpverlening van de gemeente geholpen wordt en dat is nogal een ingewikkeld traject om voor in aanmerking te komen. Dus dat lukt vaak niet of duurt heel erg lang. Eenzaamheid idem dito: wie zich alleen voelt, focust zich meer op lichamelijke problemen, terwijl een beetje aandacht afleidt en dan zijn de lichamelijke problemen een stuk minder. Maar als huisarts kunnen wij daar niet veel aan doen, behalve aanraden dat iemand een keer naar het buurtcentrum gaat. Als dat tenminste nog open is. En daar zit de crux: we krijgen veel op ons bord. Maar doordat andere instanties of de gemeente het niet kunnen oppakken, blijven de patiënten bij ons komen. En ondertussen is de werkdruk bij huisartsen en ons ondersteunend personeel zo hoog dat sommigen afhaken, waardoor de druk op de huisartsenzorg nog meer toeneemt.”

Huisartsen: “Eerst zekerheid over compensatie!”

De reden dat de huisartsen aanvankelijk niet wilden tekenen is dat zij eerst van het kabinet duidelijkheid wilden hebben over hoe redelijke vergoedingen, extra personeel, minder administratieve last en mede daardoor afname van de werkdruk geregeld worden. Twee wensen zijn inmiddels ingewilligd; huisartsen mogen hun consult uitbreiden van 10 naar 15 minuten en ze krijgen een hogere vergoeding voor de avond-, nacht-, weekend- en feestdagendiensten.

‘Al die gegevens invullen kost te veel tijd’

De administratieve rompslomp die zoveel tijd kost, is overigens ook Annette Fijn van Draat een doorn in het oog. Dus ook zij wil graag dat het kabinet en de brancheorganisaties het de komende jaren oppakken. “Waarom dat nog niet gebeurd is terwijl het al jaren speelt? Een combinatie van complexiteit en koudwatervrees, denk ik. De gedachte bij de overheid en brancheorganisaties is ‘vertrouwen is goed, maar controle is beter’. Bovendien is het lastig te overzien wat de afschaffing van registratie betekent voor de verantwoording. En de roep om verantwoording is groot. Een aantal jaren geleden was de controleslag wellicht nodig, maar inmiddels is het opleidingsniveau en de kwaliteit van zorgmedewerkers sterk verbeterd en kun je wellicht nu wel een keer kijken of die controle nog wel zo hard nodig is. Hoe minder zorgmedewerkers bezig zijn met opschrijven wat ze doen, hoe meer ze bezig kunnen zijn met cliënten.”

Voorkomen is beter dan genezen

Een ander speerpunt van het Zorgakkoord is preventie, oftewel voorkomen dat mensen zorg nodig hebben. Bijvoorbeeld door cursussen waarbij je leert hoe je minder snel valt of hoe je je opvangt als je valt. Of door te stimuleren dat mensen op tijd in hun leven gaan nadenken over waar ze willen wonen om sociale contacten te blijven houden. Dat vinden alle drie een belangrijk punt. Marjolein Zwaan voegt er nog wat anders aan toe: “Nadenken en met elkaar spreken over hoe lang je wilt doorgaan met behandelen in de laatste fase van iemands leven is nu nog een groot taboe in de samenleving. Maar moet je wel altijd doorgaan met chemo’s waar je heel erg ziek van wordt of zeg je op een gegeven moment ‘het is mooi geweest, ik ben klaar om te sterven?’. Ik vind persoonlijk dat dit meer bespreekbaar gemaakt moet worden, zodat op tijd duidelijk is bij de arts en de familie wat de patiënt wil. Dat vind ik indirect ook een vorm van zorgpreventie.”

Hoe zit het met het geld voor de wijkzorg?

Een kwestie waarover de meningen enigszins verdeeld zijn in het land is de wijkzorg. Jolanda Buwalda: “Ik ben blij met de erkenning van het belang van de wijkzorg in het IZA.” Annette Fijn van Draat merkt op dat er desalniettemin wel bezuinigd wordt op de thuiszorg, ook al is in die sector tijdelijk wat minder uitgegeven. De V&N (Beroepsvereniging Verzorgenden en Verpleegkundigen) heeft er bezwaar tegen gemaakt en Annette Fijn van Draat staat daarachter.

Jolanda Buwalda (als bestuurder van Omring, die ook thuiszorg aanbiedt) legt uit: “Het ligt vrij genuanceerd. Ja, er wordt bezuinigd, maar toch ook weer niet. Het zit zo: de wijkzorgpot is al enige jaren niet volledig opgemaakt, onder andere door onvoldoende medewerkers. Het kabinet geeft daarom de komende vier jaar 533 miljoen in plaats van 600 miljoen – wat er eerst beschikbaar was voor de wijkverpleging. In 2023 is er al meteen 175 miljoen van die 533 miljoen beschikbaar. Daarmee mogen de zorgverzekeraars extra wijkzorg inkopen, dus er kunnen meer mensen geholpen worden. Het geldt voor het hele land uiteraard, niet alleen voor Westfriesland.”

Hopelijk geen wachtlijsten voor gespecialiseerde thuiszorg

“Ik ben blij met het geld voor extra wijkzorginkoop. Het voorkomt hopelijk wachtlijsten voor bepaalde zorg. Het betekent bijvoorbeeld dat er meer kankerpatiënten gebruik kunnen maken van gespecialiseerde thuiszorg, iets wat Omring sinds een aantal jaren aanbiedt. Zij krijgen onder andere begeleiding als ze zichzelf thuis hun chemo toedienen”, zegt Jolanda Buwalda.

Speciaal potje

Daarnaast is er een fonds van 75 miljoen om de wijkzorg toekomstbestendig te maken. Jolanda Buwalda: “Concreet: als er in de toekomst meer gedaan moet worden met minder mensen en minder geld, dan moet dat wel kunnen. En dat kan bijvoorbeeld door doelmatiger te werken en door mensen meer zelf te laten doen. Een voorbeeldje uit de praktijk: nu al leren we cliënten zelf hun steunkousen aan te doen met een handig hulpmiddel met klittenband, dat Omring heeft ontwikkeld. Dan hoeft de thuiszorgmedewerkster dat niet te doen en houdt zij tijd over voor dingen die harder nodig zijn. Die 75 miljoen gulden zie ik als een mooie stimulans om – in heel Nederland – nog meer van dit soort vernieuwingen te bedenken. Zodat we de zorg goed houden, maar de zorgmedewerkers minder belast worden.”

Meer digitale ondersteuning

Vanaf 2025 heeft iedereen in Nederland digitaal toegang tot hun eigen zorgdossier. Jolanda Buwalda: “Ook huisartsen en specialisten kunnen in dat zorgdossier, als u toestemming geeft. In onze regio bestaat het al. Het betekent dat huisartsen niet meer de medicijnlijst hoeven te faxen naar een zorginstelling. Ja, de fax, dat gebeurde tot voor kort nog. Een ander voorbeeld is de slimme diabetesmeter, die diabetespatiënten zelf kunnen aflezen en zo kunnen ze bepalen hoeveel insuline ze nodig hebben. Dat scheelt per week soms wel twintig bezoekjes van de thuiszorg!”

Zorg via de smartphone of iPad

Bovendien is het de bedoeling dat u vaker contact via beeldbellen of een app op uw telefoon heeft met ziekenhuis of uw huisarts. Zo’n app heeft het Dijklander sinds kort al: bij een botbreuk krijgt u voor de nazorg begeleiding via een app en hoeft u niet naar het ziekenhuis te komen. Annette Fijn van Draat: “E-health erbij betrekken is een belangrijk punt. Ook bewoners en cliënten moeten mee in de transformatie. Als WLGroep bieden we hier dan ook diensten voor aan.”

Kan iedereen dat wel?

De vraag is: gaat dit voor mensen die digitaal niet zo vaardig zijn, wel werken? Marjolein Zwaan herkent deze twijfel. “Bijvoorbeeld mensen die laaggeletterd zijn of geen geld voor een laptop of computer hebben, zul je zo uitsluiten.” Geldt dat ook voor ouderen? “Soms, leeftijd an sich hoeft geen bezwaar te zijn. Zo blijkt uit onderzoek dat een flink deel van de ouderen zich prima digitaal redt.”

Mantelzorgers krijgen het nog drukker

Tot slot, wat gaat u als Westfries nog meer merken van het Zorgakkoord? De rol van mantelzorgers moet nog groter worden, al blijkt onder andere uit een onderzoek van ZZWW van een paar jaar geleden dat zij nu soms al overbelast zijn. Volgens de drie experts is dit echter onvermijdelijk omdat het motto van het kabinet en de zorgaanbieders al jaren is dat mensen langer thuis moeten blijven wonen. Dat kan vaak alleen als er ook mantelzorgers klaar staan. En zelfs in woonzorgcomplexen zal er steeds vaker een beroep worden gedaan op mantelzorgers, bijvoorbeeld om hun ouders of partner te helpen met douchen.

De mening van ZZWW over het IZA

  • We moeten realistisch blijven over nog meer inzet van mantelzorgers. Het is geen wondermiddel.
  • Draagvlak bij inwoners voor noodzakelijke veranderingen is essentieel, ofwel een organisatie als ZZWW is meer dan ooit nodig (burgerparticipatie wordt overigens ook vaak genoemd in IZA-akkoord).
  • Twijfel voor ondertekening van akkoord bij huisartsen vindt ZZWW zeer begrijpelijk. Als je meer op je bord krijgt, moet daar ook een structurele en betere vergoeding tegenover staan.
  • Er wordt hoegenaamd niets gedaan aan financiële ontschotting. De politiek loopt daar voor weg.
  • E-health (digitalisering) is nodig, maar slaagt alleen als gebruikers daar vanaf het begin bij worden betrokken.

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Wat vinden burgers van de zorg?

ZZWW en Digitale Zorgzandbak inventariseren ook in Hoorn de zorgwensen

Stichting Zorg Zoals de Westfries het Wil (ZZWW) en de Digitale Zorgzandbak kijken tevreden terug op de bijeenkomst met circa 35 vertegenwoordigers van ouderenorganisaties en cliëntenraden van 30 november. Dit is een landelijk project, waar ook Westfriesland aan meedoet.

Inmiddels is nu ook het officiële rapport klaar. Benieuwd?

Klik hier om het rapport ‘Regiodialogen digitale zorg’ te downloaden

ZZWW en de Digitale Zorgbank hebben net als elders in het land ook in Westfriesland een burgerraadpleging georganiseerd om te horen hoe betrokken burgers aankijken tegen de zorg de komende jaren. Het was een nuttige bijeenkomst. De uitkomsten gaan naar het Zorginstituut en vormen input voor landelijk beleid.

Lea Bouwmeester (Digitale Zorgzandbak) vat de grootste gemene deler zo samen:

“Als mensen meer contact met elkaar hebben vergroot dat de betrokkenheid bij elkaar in de wijk en beïnvloedt het de kans op gezondheid positief. Digitale ondersteuning bij zorg kan helpen, omdat contact makkelijker wordt, mits het eenvoudig is én mensen worden geholpen met hun digitale vaardigheden. Het vraagt van de samenleving en mensen zelf een andere mindset. Wat kunnen we wel en hoe worden we digitaal vaardig. Uit de groep kwam ook de oproep: ‘minder medicatie, meer domotica’ zodat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. En laten we zorgen dat dit voor iedereen toegankelijk is.”

De Digitale Zorgzandbak is een methode waarbij met concrete praktijkvoorbeelden belemmeringen in het zorgsysteem worden opgehaald. Vervolgens wordt gekeken welke aanpassingen in het beleid en de regelgeving hiervoor nodig zouden zijn. Op verschillende plekken in het land worden hierover gesprekken gevoerd met lokale organisaties. In de Digitale Zorgzandbak nemen onder andere het Zorginstituut Nederland (ZiN), de Nederlandse Zorg autoriteit (NZa) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) deel. De Digitale Zorgzandbak heeft ZZWW benaderd om deel te nemen aan dit initiatief, omdat zij ZZWW zien als een serieus burgerinitiatief.

Tijdens de bijeenkomst kwamen vragen aan de orde als: Hoe willen we oud worden en hoe kunnen we daar ons op voorbereiden? Wat is de gewenste kwaliteit van leven en hoe behouden we die kwaliteit? Welke zorg is nodig en passend? Hoe kan digitale ondersteuning helpen? Hoe houden we de basiszorg dichtbij?

Dat laatste vindt ZZWW een erg belangrijke vraag, want de zorg in West-Friesland staat onder druk door de extra vergrijzing in de regio, het tekort aan zorgpersoneel en de financiering.

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief


Fysio’s in problemen?

ZZWW maakt zich zorgen over financiële positie fysiotherapeuten in Westfriesland

 

Op diverse plaatsen in Nederland heffen fysiotherapeuten hun praktijk op, omdat ze het financieel niet meer kunnen bolwerken. Stichting Zorg Zoals de Westfries het Wil (ZZWW) is bang dat ook in Westfriesland fysiocentra gaan verdwijnen. In kleine kernen betekent dit dat patiënten mogelijk verder moeten gaan reizen en in grotere gemeenten zal de drukte bij bestaande fysiotherapiepraktijken toenemen.

 ZZWW vindt dat de zorgverzekeraars fysiotherapeuten een fatsoenlijke beloning moeten geven. Sommige fysiotherapeuten delen een folder uit, waarin ze patiënten adviseren om bepaalde verzekeraars te kiezen die een goedkope verzekering aanbieden met betere voorwaarden voor de fysiotherapeut.

Hoe zit het in Westfriesland? Een voorbeeld…

Erny Sinke (Fysiotherapie Medemblik) is al 40 jaar praktijkhouder. Sluiten is nog lang niet aan de orde, maar ook zij maakt zich zorgen. “De energiekosten stijgen hard, zeker nu we twee jaar geleden naar een groter pand zijn verhuisd. Een ander probleem is dat de fysiotherapeuten die bij ons in dienst zijn, graag salarisverhoging willen omdat de inflatie zo hoog is. Dat snap ik heel goed. Maar wij kunnen dat niet bieden, want die ruimte is er niet. Ik vrees dat ze om zich heen gaan kijken. Dan verliezen wij goede mensen en kunnen er uiteindelijk minder patiënten bij ons terecht.”

 

De vergoeding van de zorgverzekeraars stijgt ook dit jaar nauwelijks volgens Erny Sinke. “We staan al jaren bijna stil. In 15 jaar tijd is de vergoeding maar met slechts een paar euro gestegen. Daarnaast kijken steeds meer patiënten naar een zo goedkoop mogelijke zorgverzekering die precies het aantal behandelingen biedt dat ze volgend jaar nodig denken te hebben. Vervolgens komen die mensen vaak weer terecht bij een specialist in het ziekenhuis die veel duurdere zorg levert dan de fysiotherapie, omdat hun probleem niet is opgelost. Dit draagt niet bij aan het verminderen van de totale landelijke zorgkosten. Kortom, fysiotherapie bespaart geld.”

 

“Zorgverzekeraars vinden dat we doelmatiger moeten werken, maar dat doen we dus al. Fysiotherapie is extreem doelmatig en kosteneffectief, omdat dankzij ons minder medicijngebruik nodig is, minder meniscusoperaties, er minder mensen vallen dankzij onze valpreventiecursussen, enzovoorts.”

Een vuist maken naar de zorgverzekeraars is lastig volgens haar. “Die bepalen zelf de prijs. Met andere praktijken in Westfriesland prijsafspraken en die bij de verzekeraars neerleggen is wettelijk verboden vanwege de mededingingswet. Het ACM ziet hierop toe. Dit geldt voor alle ondernemingen, niet alleen voor zorgaanbieders.”

Wat een fysiotherapeut wel kan doen: de contracten met zorgverzekeraars afwijzen, bijvoorbeeld de zorgverzekeraars waar ze weinig patiënten bij hebben. Als alle praktijken in een bepaald gebied dat doen, ontstaat er een zogeheten ‘witte vlek’ volgens Erny Sinke. “En dan moet de betreffende zorgverzekeraar het praktijktarief betalen wat kostendekkend is. Ze zijn namelijk verplicht fysiozorg te garanderen. We proberen dit nu met onder andere Zorg & Zekerheid.”

Fysiotherapie Medemblik deelt geen folder uit met een keuzeadvies. “We leggen het een en ander uit als ernaar gevraagd wordt. Hoe andere praktijken het aanpakken laat ik graag aan hen over.”

Overigens staat het water Fysiotherapie Medemblik nog niet aan de lippen, want de praktijk heeft dankzij het nieuwe pand extra inkomsten. “We hebben een fitness- en oefenzaal. Daar kunnen mensen een abonnement nemen om te sporten, voor de ouderenfitness en voor Pilateslessen.  Dat snijdt het mes aan twee kanten: de patiënten blijven fitter en gezonder en wij hebben voor een klein deel vaste inkomsten.”

 

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief