Ab Gieling (De Woonschakel): “Wees creatief bij het bedenken van oplossingen’

 

 

“Mensonterend vind ik het: dan ben je meer dan 50 jaar getrouwd en word je van elkaar gescheiden omdat je partner naar een verpleeghuis moet. Daarom ben ik zo blij dat we in het vernieuwde woonzorgcomplex Martinus in Medemblik ook appartementen voor twee mensen hebben gemaakt. Dan denk ik trots: zo kunnen we als woningcorporatie echt iets toevoegen”, zegt Ab Gieling (directeur van woningcorporatie De Woonschakel in Westfriesland).

“Natuurlijk”, waarschuwt hij meteen, “is het dan wel de bedoeling dat de achterblijvende partner na het overlijden van zijn of haar echtgenoot of echtgenote in het appartement mag blijven wonen. Dat moet wel goed geregeld worden, anders is het nog altijd vreselijk.”

Ouderenhuisvesting is een van de belangrijkste onderwerpen die hem na aan het hart ligt. “Het is namelijk een hot item. Ik merk dat aan de signalen die we bij De Woonschakel binnenkrijgen. Bovendien zie ik ook de vergrijzingscijfers regelmatig voorbij komen.”

Wat zeggen de cijfers?

Voor het interview met ZZWW heeft hij uit zijn eigen organisatie wat cijfers over senioren naar boven gehaald:

  • De Woonschakel heeft 5900 zelfstandige huurwoningen in Westfriesland.
  • De gemiddelde leeftijd van alle hoofdbewoners is 57,4 jaar.
  • Maar liefst 42 procent van alle hoofdhuurders is 65 jaar of ouder.
  • In de standaardwoningen met 4 of 5 kamers wonen 1200 hoofdhuurders met een gemiddelde leeftijd van 74,7 jaar.
  • In de 1000 seniorenwoningen is de gemiddelde leeftijd van de hoofdhuurder 78,6 jaar.
  • De Woonschakel heeft 7 woonzorgcomplexen/seniorenwoningen met zorg dichtbij voor ouderen in de regio en is bezig om Knarrenhofjes in de regio te bouwen (waarbij senioren voor elkaar zorgen).

Doorstromingsprobleem

Als je constateert dat 1000 mensen in een gehuurde eengezinswoning wonen terwijl ze boven de 65 zijn, dan zie je dat de doorstroming op de huurmarkt stokt. Komt dat omdat er te weinig woonzorgcomplexen en huurwoningen voor zelfstandig wonende ouderen zijn (zoals aanleunwoningen)? “Ja, dat is zeker een oorzaak, al hebben we helaas geen goed inzicht in de wachtlijsten. Maar er is zeker veel behoefte aan, dat weten we wel.”

De Woonschakel kan toch meer bouwen…?

Waarom bouwt De Woonschakel dan niet meer seniorenwoningen of woonzorgcomplexen? Bijvoorbeeld in Hoorn en Stede Broec? “Daar zijn verschillende redenen voor. Op de eerste plaats werkt de marktwerking tegen ons. Grote zorgaanbieders willen geen langlopende contracten van 20 jaar meer aangaan. Ze zijn bang dat ze een aanbesteding verliezen bij een gemeente voor de thuiszorg die ze aan zelfstandig wonende ouderen bieden. Contracten met ziektekostenverzekeraars voor de intensieve zorg in woonzorgcomplexen zijn ook kortlopend. Ik heb dan ook veel begrip voor de zorgaanbieders die geen langlopende contracten willen, hoor. Maar wij moeten miljoenen investeren, dus we willen ook zekerheid”, verzucht Gieling.

“Een ander aspect is dat de gedachten over hoe je zorg geeft, veranderen in de loop der jaren. Van grootschalige instellingen, zoals de vroegere verzorgingshuizen, naar kleinschalige woongroepen voor mensen met dementie bijvoorbeeld. Niet elk gebouw kan die veranderingen aan. Daarom willen zorgaanbieders het contract soms niet verlengen.” Het derde punt volgens Gieling is dat zorgaanbieders de 24-uurszorg wegens personeelsgebrek in kleine woningcomplexen niet kunnen garanderen. Daarvoor willen ze dan juist grotere woonzorgcomplexen.

“Als die later dan weer te groot blijken en een woonzorgcomplex leeg komt te staan, kunnen we ze wel ombouwen voor starters maar ja, dat kost geld. En we moeten dan ook vaak de huren verlagen.”

Verder speelt volgens Gieling bij het bouwen van seniorenwoningen waarin mensen zelfstandig wonen dat gemeentes soms wat huiverig zijn. “Ze zijn bang dat nog meer senioren dan een beroep doen op de gemeente voor vervoer of huishoudelijke hulp.”

Knarrenhofjes

Er gloort toch ook wel enige hoop, er zijn toch drie Knarrenhofjes in de regio de maak? “Jazeker”, beaamt Gieling. “Goed idee. Die woningen zijn weliswaar bestemd voor mensen die hun huis hebben verkocht – en dus levert het geen doorstroming op de huurmarkt op – maar ik moet nog wel even zien hoe die Knarrenhofjes over tien jaar functioneren. De pioniers trekken erin met veel enthousiasme en die worden op een gegeven moment zo oud, dat het de vraag is of het zorgen voor elkaar, wat de bedoeling is van een Knarrenhofje, nog steeds lukt.”

Kortom, nieuwe huurwoningen voor senioren (met of zonder zorg) bouwen is vrij ingewikkeld, wil Gieling maar zeggen.

Hulp voor de tuin

Overigens er niet alleen behoefte aan nieuwe woningen. Veel mensen blijven graag in hun huis wonen. “Vaak wordt op een gegeven moment voor onze oudere huurders de tuin een probleem. We proberen daar nu een oplossing voor te vinden door tuinonderhoud aan te bieden. Daarbij zetten we mensen in die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zodat het mes aan twee kanten snijdt.”

“Dat betekent wel dat we creatief moeten zijn om dit te regelen, want wij hebben vanuit de overheid een opdracht gekregen om huisvesting te bieden en daar past strikt genomen tuinonderhoud niet in. En dat is dus precies wat ik juist zo belangrijk vind: dat je als organisatie kijkt naar hoe je iets wel kunt realiseren en niet bij elke beer op de weg meteen roept ‘dat kan niet, hoor’. Of: ‘We doen het al jaren zo, dus blijven we het zo doen’.”

‘Denk in oplossingen en niet in problemen!’

Dat zoeken naar creatieve oplossingen is ook zijn hoop voor het project ‘Langer gezond thuis’ in Stede Broec. Bij dit project zitten de gemeente, Omring en de seniorenraad bij elkaar om oplossingen te bedenken. “Een van de zaken die naar voren is gekomen is dat er eigenlijk een plek binnen ‘schuifelafstand’ zou moeten zijn waar buurtgenoten – jong en oud – elkaar kunnen ontmoeten. Om samen te eten of andere activiteiten te ondernemen, zeker nu veel buurthuizen gesloten zijn. Als wij als woningcorporatie gevraagd worden om een dergelijke ruimte beschikbaar te stellen, dan willen we daar zeker aan meewerken.” Gieling hoopt dat andere gemeenten een vergelijkbaar project als in Stede Broec oppakken.

Om gemeentes zelf wat te prikkelen, vraagt De Woonschakel trouwens ook weleens naar de actuele woonzorgvisie bij gemeenteambtenaren of wethouders. “Die hebben ze niet of hij is verouderd of is te beperkt. Daarom wil ik gemeentes oproepen om in elk geval minimaal een woonzorgvisie te ontwikkelen en telkens te actualiseren. En die kan dan mooi als basis dienen voor het prestatieconvenant.”

Afspraken van bestuurders vastleggen

Hij pleit er namelijk voor dat bestuurders van gemeenten, zorgorganisaties, welzijnsorganisaties en woningcorporaties jaarlijks gezamenlijk in een prestatieconvenant concreet afspreken wat ze gaan doen om de ouderenhuisvesting en ouderenproblematiek de komende jaren op te lossen.

“Dus niet alleen een betere overlegstructuur optuigen, zoals ZZWW voorstelt. Daar ben ik ook zeer voor hoor, want dat ontbreekt nu. Maar met zo’n prestatieconvenant gaan we nog een stap verder. Want na een jaar moeten we afvinken wat er wel en niet is gebeurd en waarom. En dat gaat vooral heel goed werken als iedereen bereid is om creatief mee te werken.”

 

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief