Uit eigen ervaring: bewoonster Tini Hartog (82) en mantelzorger Helena van Hoogstraten (52)

Foto: Tini Hartog-Molenaar

‘Het is vooral heel prettig dat de zorg en gezelligheid zo dichtbij zijn’

 

Als ouderenhuisvesting beter geregeld is, komen er minder mensen in het ziekenhuis en is er minder (thuis)zorg nodig volgens Stichting Zorg Zoals de Westfries het Wil (ZZWW). Daarom besteden we de komende tijd aandacht aan verschillende aspecten van de ouderenhuisvesting in Westfriesland. Deze keer: wat vinden ouderen en mantelzorgers belangrijk?

Als het niet meer gaat…

“Mijn man had Parkinson en ik kreeg een hartaanval. Toen ging het simpelweg thuis niet meer, want ik kon niet meer voor hem zorgen”, vertelt de 82-jarige Tini Hartog-Molenaar. Haar man kreeg een kamer in verpleeghuis Almere in Opperdoes en vrij snel daarna verhuisde ook mevrouw Hartog-Molenaar naar een andere kamer op dezelfde woonzorglocatie van Omring.

“Maar mijn dochter wilde liever dat we in Sweelinckhof in Wognum kwamen wonen. Dat is voor haar dichterbij en bovendien komen we hier vandaan. We kregen een fijne aanleunwoning. Helaas is mijn man inmiddels overleden.”

Goede ruil

Mevrouw Hartog-Molenaar behield haar ruime appartement en haar zoon trok in haar oude, grote huis. “Deze aanleunwoning is ideaal, hoor. Als er iets is, dan krijg ik hulp vanuit het verpleeghuis. Bijvoorbeeld toen ik een tijdje geleden opnieuw hartproblemen had. Verder vind ik het hier gewoon ook heel gezellig in de flat. Op de gang heb ik een praatje met de buren of ik ga koffiedrinken bij bekenden die hier ook wonen. Of ik ga met mijn kinderen of kennissen eten in het restaurant van het verpleeghuis.”

Opgefleurd na de verhuizing

Juist het sociale aspect blijkt ook bij andere ouderen van groot belang. Zo vertelt mantelzorger Helena van Hoogstraten dat ze nooit verwacht had dat haar 85-jarige moeder het al meteen zo naar haar zin zou hebben na een verhuizing naar een zelfstandig appartement bij een verpleeghuis ver weg van haar geboortegrond (maar dichtbij haar dochter).

“Ze heeft haar hele leven in en rondom Rotterdam gewoond, dus ik rekende wel op wat gemopper. Maar ze zegt telkens dat ze nooit meer terug wil. Dat komt doordat ze nu veel meer aanspraak heeft dan toen ze nog in haar oude appartement woonde. Nu haalt ze elke dag haar krantje bij de receptioniste en doet ze twee keer per week mee aan een spelletjesmiddag. Ik merk echt dat ze is opgebloeid.”

Net dat kleine zetje

“In het verleden probeerde ik haar wel te stimuleren om mee te doen aan activiteiten van de ouderenvereniging in de buurt, maar ze had er moeite mee om er alleen heen te gaan. Nu kwam een van de begeleidsters haar de eerste paar keer gewoon even halen en inmiddels gaat ze er uit zichzelf heen. Dat kleine zetje heeft een enorm verschil gemaakt. Ik vraag me dan ook af of louter activiteiten organiseren in een wijkcentrum voldoende is.”

Veilig en vertrouwd

“Het voordeel van een aanleunwoning is ook dat het een vertrouwd idee is dat er in nood altijd snel hulp is. Drukt ze per ongeluk op de alarmknop om haar nek, dan reageert er meteen iemand van de verzorging via een soort intercom en die blijven altijd even geduldig. Soms komen ze toch nog even naar haar toe om te checken of alles oké is, bijvoorbeeld toen ze bij het jus maken veel stoomwolken produceerde en het brandalarm afging bij de teamruimte van de verzorging. De drempel is lager als je alleen maar een gang hoeft door te lopen, dan wanneer er een thuiszorgmedewerker op de fiets moet stappen om naar iemand toe te gaan.”

Meer aanleunwoningen!

De geïnterviewde oudere en mantelzorger zijn er dan ook vanuit hun eigen ervaring een voorstander van dat er meer aanleunwoningen bij verpleeghuizen worden gebouwd.

Terug naar de nieuwspagina

Meld u aan voor de nieuwsbrief